Uit de praktijk | Vluchtelingen hebben ook recht op onderwijs

11 december 2023

Ook De Achterhoek had het afgelopen jaar te maken met een forse instroom van asielzoekers. Het was niet alleen een uitdaging om deze mensen allemaal een dak boven hun hoofd te geven, ook waren er onder hen veel kinderen en jongeren die recht hebben op onderwijs. Veel mensen hebben zich ervoor ingezet om aan dat recht tegemoet te komen. We praten met drie van hen: Connie Grevers, Jinnie Bodt en Anneke Janssen.

Alle drie hadden zij het afgelopen jaar in hun dagelijkse werk te maken met de grote toename van vluchtelingenkinderen; Jinnie en Anneke als coördinatoren van de ISK’s in respectievelijk Winterwijk en Doetinchem en Connie als kwaliteitsmedewerker van schoolbestuur SOPOW, waar nieuwkomersschool Het Pyriet (Winterswijk) onder valt. “Onze ISK is in 2022 ruim verdubbeld: van rond de 45 leerlingen in 2021 tot meer dan 100 leerlingen nu”, vertelt Jinnie ter illustratie. “Naast zo’n 25 Oekraïners, waren er onder hen veel Syriërs, Somaliërs en vluchtelingen uit Eritrea.”

Noodopvanglocaties

Om alle vluchtelingen onderdak te kunnen bieden, zijn er in de regio verschillende noodopvanglocaties ingericht waar deze mensen bed-bad-brood-opvang kregen. In Doetinchem werd noodopvang gerealiseerd voor zo’n 85 alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’ers) en in Lichtenvoorde zijn er twee noodopvanglocaties ingericht: één voor statushouders (De Kievit) en één voor 45 AMV’ers (De Zwaan).

Maar voor de minderjarige asielzoekers was meer nodig. Alle kinderen die in Nederland verblijven hebben namelijk recht op onderwijs. Ook als ze tijdelijk ergens verblijven, heeft de gemeente de verantwoordelijkheid om minderjarige vluchtelingen, in samenwerking met scholen en met het COA, onderwijs te bieden.

Onderwijs

“In de noodopvang in Doetinchem hebben we vrij snel onderwijs kunnen realiseren”, vertelt Anneke. “De AMV’ers verbleven hier in woonunits en er was een grote tent als gezamenlijke ruimte. Elke ochtend kregen de jongeren onderwijs. Omdat we ervan uitgingen dat het maar voor drie maanden zou zijn, was het onderwijs aanvankelijk wat beperkt. Maar toen het verblijf van de jongeren in de noodopvang steeds werd verlengd, hebben we het onderwijs steviger neergezet op twee locaties. Het onderwijs werd verzorgd door vrijwilligers, gepensioneerde docenten en een aantal reguliere docenten die een dag extra zijn gaan werken.”

Ook de minderjarige vluchtelingen in de twee noodopvanglocaties in Lichtenvoorde kregen (op een aparte locatie) onderwijs aangeboden. Dit gebeurde onder de verantwoordelijkheid van Het Pyriet. Connie: “Omdat deze groep leerlingen sterk varieerde in leeftijd, hebben we op een gegeven moment besloten om de kinderen te verplaatsen naar Het Pyriet in Winterswijk, waar ze met leeftijdgenootjes in de klas zaten. Dat vonden we belangrijk omdat kleuters heel ander onderwijs nodig hebben dan kinderen van groep 5 of 6. Bovendien is het contact met leeftijdgenootjes van groot belang voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Door de kinderen onder te brengen in Het Pyriet kreeg het onderwijs dus meer kwaliteit.”

Personeel en ruimte

Veel onderwijsprofessionals, ambtenaren en vrijwilligers hebben zich ervoor ingezet dat alle vluchtelingenkinderen die in de regio neerstreken zo veel en zo goed mogelijk onderwijs konden volgen. Maar dat ging niet allemaal vanzelf, vertellen de geïnterviewden. “De twee grootste knelpunten waar we tegenaan liepen, waren gebrek aan (gekwalificeerd) personeel en gebrek aan ruimte,” vertelt Jinnie. “Door het personeelstekort ontstonden er niet alleen wachtlijsten bij de ISK’s, maar konden we bijvoorbeeld ook niet altijd voldoen aan de norm voor onderwijstijd. Onze eerste inzet was ervoor te zorgen dat alle kinderen die in de noodopvang zaten in ieder geval naar school konden. Om dat mogelijk te maken, moesten we de onderwijstijd verkorten.”

Samenwerking

Dat het mogelijk was om naar school te gaan, betekende echter niet dat alle jongeren ook werkelijk van die mogelijkheid gebruikmaakten. “Zeker voor jongeren die in een noodopvang verblijven is dat lastig,” zegt Anneke, “omdat het gaat om een kort verblijf van in principe drie maanden. Dat hun verblijf steeds werd verlengd tot uiteindelijk meer dan een jaar, wist niemand van tevoren. De Oekraïense jongeren dachten bovendien dat ze maar een paar maanden in Nederland zouden blijven. We hebben veel geïnvesteerd in de schoolgang van deze groep. Hierbij is samenwerking met leerplicht heel belangrijk.”

“Wij hebben wat betreft Oekraïense leerlingen positieve ervaringen met leerplicht in onze regio”, zegt Jinnie. “Ze hebben echt meegedacht en actie ondernomen”. “Voor ons hielp het dat leerplichtambtenaren voorlichting kwamen geven over verzuim op opvanglocaties en op school”, vertelt Anneke. “Daarbij kwam naar voren dat het belangrijk is om afspraken te maken over hoe we omgaan met de aanwezigheid op school van deze groep. Het heeft effect als een leerplichtambtenaar na een verzuimmelding contact opneemt met een leerling. Dit ging in veel gevallen goed. Maar door het grote aantal gemeenten waarmee we te maken hadden, was afstemming soms lastig. Mijn prioriteit lag bovendien bij het werven van personeel, om ervoor te zorgen dat deze jongeren überhaupt naar school kónden. Nu ontstaat er ruimte om beleid te ontwikkelen.“

Weer verhuizen

Wat de geïnterviewden als grote belemmering hebben ervaren bij het realiseren van kwalitatief goed onderwijs, is het feit dat veel van deze kinderen steeds weer moeten verhuizen. “Ze gaan van noodopvang naar noodopvang en van wachtlijst naar wachtlijst”, zegt Connie. “Elke keer moeten ze weer wennen, nieuwe vriendjes maken, en tussendoor zitten ze vaak ook periodes thuis. Dat gezeul met kinderen schaadt zowel hun cognitieve ontwikkeling als de sociaal-emotionele ontwikkeling.”

“Op de Kievit waren er kinderen van 10 jaar waarvoor dit al de vierde opvanglocatie was”, vult Jinnie aan. “Ik vind dat echt zorgelijk. Natuurlijk hebben deze kinderen allemaal recht op onderwijs, maar bij deze groep staat dat recht echt onder druk. We willen allemaal dat het onderwijs dat we deze kinderen bieden een goede kwaliteit heeft, maar het is de vraag in hoeverre we dat kunnen waarmaken als kinderen zo vaak moeten wisselen van school en van groep.”

Dit praktijkverhaal komt uit ons jaarverslag 2022-2023. In dit jaarverslag staan we niet alleen stil bij de aanpak en resultaten van ons team, maar leest u naast deze casus ook andere verhalen van jongeren en partners waarmee we samenwerken om het recht op onderwijs te borgen.

Naar jaarverslag 2022-2023