Corona als katalysator | #2 Praktijkonderwijs volgens Pronova

25 mei 2021

In tijden van crisis komt vaak het beste in mensen naar boven. Dat geldt zeker voor de Achterhoek. In een speciale estafettereeks artikelen vertellen vertegenwoordigers van samenwerkende organisaties in de regio hoe ze jongeren tijdens de coronacrisis ondersteunen en gemotiveerd houden. Als tweede in deze serie komt Nicole Bremmer, directeur van Pronova Praktijkonderwijs, aan het woord.

Download interview

‘Kijken wat kan er wél kan als er iets niet kan’

Op Pronova, een school voor praktijkonderwijs in Winterswijk, was de lockdown vorig jaar maart natuurlijk wel even schrikken. Heel even maar. Want daarna deed de school waar ze zo goed in is: zich aanpassen door nieuwe wegen in te slaan. Directeur Nicole Bremmer vertelt maar al te graag hoe.

Het ‘pro’ in de naam van de school is zoals bekend de gangbare afkorting voor ‘praktijkonderwijs’. En de uitbreiding naar ‘Pro nova’ is natuurlijk een woordspeling die verwijst naar het Latijn, in welke taal het zoiets als ‘vóór vernieuwing’ betekent. Klopt helemaal, zegt directeur Nicole Bremmer: “Bij ons op school heeft elke leerling en elke leerkracht een basisflexibiliteit in zich. Een dag verloopt hier nooit precies zoals je van tevoren denkt, dus je moet heel flexibel zijn. De mensen die hier werken, hebben zo’n hart en zo’n passie voor de leerlingen, dat ze altijd denken in nieuwe mogelijkheden. Dat zie je trouwens ook terug in onze kernwaarden: plezier, betrokkenheid en mogelijkheden.”

Leren door te doen
Het vermogen om zichzelf telkens weer opnieuw uit te vinden is het afgelopen jaar meer dan ooit van pas gekomen. Door de eerste lockdown vorig jaar zaten de leerlingen immers opeens noodgedwongen thuis en waren daar aangewezen op digitaal onderwijs. Niet bepaald een vanzelfsprekendheid voor kinderen die toch vooral leren door te doen, legt Bremmer uit: “Meteen vanaf het allereerste begin van die lockdown is het contact tussen de mentoren en de leerlingen intensief geweest. Ook die contacten stonden in het teken van de mogelijkheden: als fysiek onderwijs in de klas niet meer mogelijk is, wat kan er dan nog wél? Niet alleen maar met het hoofd bezig zijn, maar thuis bloemschikken, een lekkere soep maken: praktische opdrachten aan de hand van eenvoudige instructies.”

Opvangklas
Voor een groot deel van de leerlingen bleek het leren-op-afstand, met die intensieve begeleiding, wel degelijk een redelijk alternatief – en wie niet over een tablet of laptop beschikte, kon er eentje lenen van school. Maar voor degenen voor wie het digitaal onderwijs tegenviel, werd al snel een alternatief in het leven geroepen, vertelt Bremmer: “Als praktijkonderwijs vallen wij onder regulier onderwijs. Toch is wat we doen en wat onze leerlingen nodig hebben bijzonder. Zo zijn onze leerlingen gebaat bij structuur, contact en onderwijs op maat. Dus zodra we merkten dat leerlingen vastliepen, hebben we ze actief terug naar school gevraagd, om ze die structuur aan te kunnen bieden in een opvangklas.” Ongeveer tien procent van de 200 leerlingen die Pronova telt, maakte van deze faciliteit gebruik en doet dat nog steeds, want ook tijdens de tweede lockdown werd deze opvangklas weer in het leven geroepen.

Het moet passend zijn
Deelnemen aan deze opvangklas kan niet zomaar. Het moet echt nodig zijn, bijvoorbeeld in situaties waar een leerling zich thuis echt niet kan concentreren, of waar ouders moeite hebben met de begeleiding van hun kind, terwijl daar wel behoefte aan is. “Maar ook als we in gesprek met de leerling of ouders merken dat het voor een kind goed is om af en toe even samen te zijn met medeleerlingen”, vult Bremmer aan, “om even mee te doen met een buitenactiviteit als pakweg mountainbiken. Allemaal op veilige afstand van elkaar natuurlijk. Er zijn ook leerlingen die gedurende de hele lockdown elke dag naar de opvangklas zijn gegaan. Alles naar behoefte, naar wat nodig is. Zo staan we überhaupt in ons werk: wat we doen, moet passen bij de leerling. Steeds kijken naar wat er wel kan als er iets niet kan.”

Lessen in lassen
Voor de meeste praktijkvakken – zoals zorg, groen, detailhandel, logistiek – hebben Bremmer en haar team opdrachten en oefeningen kunnen bedenken die ook op afstand, dus thuis, gedaan kunnen worden. Maar voor een vak zoals ‘metaal’ ligt dat wat ingewikkelder: “Je kunt leerlingen natuurlijk naar een filmpje laten kijken van iemand die aan het lassen is en vragen: wat gebeurt hier, wat doet hij goed, wat gaat er fout? Maar je kunt een leerling natuurlijk niet zelf thuis laten lassen.” Gelukkig mocht vanaf de lockdown in december 2020 het praktijkonderwijs bij wijze van uitzondering tóch openblijven – met uitdrukkelijke inachtneming van met name de anderhalvemetermaatregel. Bremmer: “We hebben toen een coronarooster gemaakt met aanpassingen in lestijden en aantal leerlingen per les, zodat sindsdien iedereen drie dagdelen per week op school kan komen.”

Creatief met stages
Het team is gedurende de coronatijd steeds vol passie doorgegaan. “Ons motto luidt ‘Samen maken we er werk van’ en iedereen committeert zich daar zonder morren en vol overgave aan,” constateert Bremmer vol trots. Maar ook de ondernemers bij wie de bovenbouwleerlingen stage lopen – een cruciaal onderdeel van hun opleiding – hebben zich volgens haar van hun beste kant laten zien: “De meeste stages konden gewoon doorgaan; voor domeinen als de detailhandel, de horeca en de zorg lag dat natuurlijk moeilijker. Maar werkgevers zijn ontzettend creatief geweest en hebben erg hun best gedaan om onze leerlingen binnenboord te houden. Waar leerlingen bijvoorbeeld normaal gesproken in de bediening van een restaurant zaten, werden ze nu bij de take away of de bezorging ingezet.”

Top dog
Elk nadeel heeft z’n voordeel: zo blijkt bijvoorbeeld dat het niet binnen kunnen gymmen een regelrechte blessing in disguise is, aldus Bremmer: “We gaan nu nog meer met de leerlingen naar buiten, op survival, skateboarden, of wandelen in de sneeuw, toen dat in februari kon! Je merkt aan alles hoe belangrijk bewegen voor ze is.” Ook is de ondersteuningsbehoefte op sociaal-emotioneel vlak is het afgelopen jaar opnieuw in kaart gebracht. Binnen Pronova zijn er diverse vormen van begeleiding en ook een navenant palet aan begeleiders. In dat gezelschap springen twee professionals er extra uit: de Topdog-honden Jake en Siep! Bremmer lacht: “Al voor de corona-uitbraak hadden we interesse in training met honden, maar door corona zijn we er eerder mee gestart. De honden zijn samen met hun trainer coaches op het gebied van sociale vaardigheden. Zij trainen de leerlingen bijvoorbeeld in weerbaarheid of externaliserend gedrag. Dit doen de honden door het gedrag van leerlingen te spiegelen en ze zo te laten zien wat het effect is als ze op een andere manier handelen.” Geen toeval natuurlijk, zo’n innovatie, op een school die van nature ‘pro nova’ is …

Volgende aflevering

Nicole Bremmer geeft het stokje voor de volgende aflevering van ‘Corona als katalysator’ door aan jongerenwerker Nicole van Vonno.